3 keer Japan in België
Ik bezocht twee boeiende expo’s over Japan die bijna eindigen en die je nog snel moet gaan bezoeken. Daarnaast tip ik graag de vertaling van een Japanse klassieker die aandacht verdient.
1. Japan’s Book Donation to the University of Leuven
Japan’s Book Donation to the University of Leuven is een kleine maar fijne expo in de Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein in Leuven. De bibliotheek werd in augustus 1914 volledig in de as gelegd en na de oorlog opnieuw opgebouwd, met heel veel giften uit het buitenland. Ook Japan droeg daaraan bij door in de jaren 1920 zo’n 3.000 boeken aan de KU Leuven te schenken, naast verschillende landkaarten en enkele kunstwerken. Ruim honderd jaar later maakt de schenking een belangrijk en vaak vergeten deel uit van het erfgoed van de KU Leuven én de Université catholique de Louvain.
De expo start met een duidelijke introductie over de betrokkenheid van Japan in de Eerste Wereldoorlog en de relatie tussen België en Japan in die periode. In 1921 maakte de Japanse kroonprins Higashi-no-miya, de latere keizer Hirohito, een rondreis door Europa, inclusief een bezoek aan de verwoestte bibliotheek in Leuven. Omdat hij aangedaan was door wat hij aantrof, bood hij niet alleen financiële hulp maar riep hij rijke landgenoten ook op om geld en boeken te schenken. Zelf schonk hij negentien boeken en een gigantische porseleinen vaas, die versierd is met kobaltblauwe pioenrozen en vogels, gemaakt door een beroemde pottenbakker uit Kioto.
In de volgende ruimtes kun je een hele reeks boeken met prachtige illustraties bewonderen, zowel literaire als wetenschappelijke werken. Bij elk werk krijg je een duidelijke toelichting. Tussenin zie je ook verfijnde papierrollen en wonderlijke landkaarten. Het merendeel van de geschonken boeken dateert uit de Edo-periode (1600-1868), waardoor de collectie tot de merkwaardigste en meest systematische verzamelingen van vroegmoderne Japanse boeken buiten Japan behoort. Het ingezamelde geld dat overbleef na de aankoop van de boeken voor de schenking werd gebruikt om de ‘Japanse kamer’ in de bibliotheek te decoreren en boekenrekken te bouwen. Die rekken hebben een bijzondere geschiedenis.
Op 16 mei 1940, tijdens de Slag om Leuven, sloeg het noodlot opnieuw toe en raakte de Universiteitsbibliotheek voor de tweede keer zwaar beschadigd, waarbij nagenoeg de hele boekencollectie (900.000 stuks) in de vlammen opging. Op miraculeuze wijze overleefde de Japanse schenking die brand. Toen de boeken na de oorlog naar het gerestaureerde bibliotheekgebouw teruggebracht werden, bleven de bijbehorende boekenrekken echter ongebruikt in een opslagruimte liggen. Vervolgens verhuisden de Japanse boeken in de jaren 1970 naar Louvain-la-Neuve als gevolg van de splitsing van de universiteit. In de jaren 1980 kregen de boekenrekken gelukkig een tweede leven, toen de Oost-Aziatische Bibliotheek van de KU Leuven onderdak vond in de Universiteitsbibliotheek. Je kunt de rekken gaan bekijken in het zaaltje tegenover de ingang van de grote leeszaal.
De expo eindigt met enkele objecten die vertellen over de bredere politieke en culturele context in Japan in de jaren 1920, inclusief muziek en filmmateriaal uit die tijd. De expo is niet alleen inhoudelijk boeiend, maar ook heel mooi vormgegeven. Op anderhalf uur tijd kun je alles van a tot z doornemen. Als je nog tijd en energie overhebt, kun je de beiaardtoren beklimmen.
Japan’s Book Donation to the University of Leuven loopt nog tot 15 januari 2023. Plan nu je bezoek en bewonder alvast enkele hoogtepunten uit de expo.
2. Shin hanga: de nieuwe prenten van Japan
Shin hanga: de nieuwe prenten van Japan is een prachtige expo in het Museum voor Kunst en Geschiedenis aan het Jubelpark in Brussel. Shin hanga, wat je kunt vertalen als ‘nieuwe prentkunst’, is een vernieuwingsbeweging van de Japanse traditionele prentkunst (ukiyo-e) in het begin van de twintigste eeuw. De Japanse uitgever Watanabe Shozaburo (1885-1962) stelde vast dat de productie van houtsneden achteruitging door de concurrentie van nieuwe, geïmporteerde technieken zoals fotografie en lithografie. En dus omringde hij zich met moderne kunstenaars om de traditionele houtdruktechnieken nieuw leven in te blazen. Hoewel de prenten klassieke thema’s tonen, zoals landschappen, mooie vrouwen, kabuki-acteurs en bloem- en vogeltekeningen, weerspiegelt shin hanga de modernisering van Japan en vertolkt ze een nieuwe esthetiek, die gepaard gaat met een uiterst verzorgde productie.
De tentoonstelling is het vervolg op de grote Ukiyo-e tentoonstelling die in 2016 in hetzelfde museum te zien was en waar ik toen helemaal ondersteboven van was. Dus hoeft het niet te verbazen dat we al in openingsweekend naar de expo trokken. Wat me meteen opviel, was de uitgebreide toelichting bij de prenten, zowel in de zaalteksten als in de bezoekersgids van bijna 40 pagina’s. Je krijgt een schat aan informatie en rekent dus het best meer dan twee uur als je alles rustig wilt bekijken.
Er is geen beginnen aan om werken uit te lichten: de expo toont meer dan 200 prenten en er zijn zo veel pareltjes te bewonderen. De hoeveelheid is best overdonderend en dat is misschien het enige nadeel van de expo. Na twee uur tijd was ik verzadigd en de werken in de laatste twee zalen heb ik niet meer aandachtig kunnen bekijken. Aangezien we met de museumpas gratis binnen konden, hadden we nog eens terug kunnen gaan, maar dat is er niet van gekomen. Jammer, want een deel van de prenten wisselt ook in de loop van de expo omdat ze zo fragiel zijn.
Als slow reader en fan van slow art was ik wel blij dat het museum tien werken had geselecteerd die je uitnodigen om trager te kijken en meer te zien aan de hand van gerichte vragen. Er was ook een filmpje te zien over de impact van de grote Kanto-aardbeving in 1923. De vele branden in de nasleep daarvan brengen enorme verwoestingen aan in Tokyo en vernietigen enorm veel prenten (én boeken, zo blijkt uit de expo over de Japanse boekenschenking aan de KU Leuven).
Shin hanga is nog te zien tot 15 januari 2023. Plan nu je bezoek. We hebben de expo gratis bezocht met de Museumpas. Dat is een aanrader als je graag geregeld een expo wilt proberen.
3. ‘De val van de Taira’, een Japanse klassieker vertaald door Jos Vos
In september had ik de eer om enkele vertalers te interviewen over de klassiekers die ze onlangs vertaald hadden met steun van Literatuur Vlaanderen. Drie van hen waren buitenlandse vertalers die uit het Nederlands vertalen (de Deense Miriam Boolsen, de Amerikaan Jonathan Reeder en de Zuid-Afrikaan Fanie Olivier), de vierde was Vlaming Jos Vos. Hij is een van de enigen die Japanse literatuur van voor 1900 vertaalt, zoals Het verhaal van Genji (2013) en Het hoofdkussenboek (2018). De voorbije drie jaar werkte hij aan de vertaling van de Japanse klassieker Heike monogatari, een epos uit de 14de eeuw over de strijd tussen twee machtige clans: de Taira en de Minamoto. De val van de Taira (Athenaeum, 2022) neemt je mee op een duizelingwekkende rit door de 12de eeuw.
Je kunt het volledige interview lezen op de website van Literatuur Vlaanderen, maar ik deel graag enkele quotes.
Waarom wilde je de ‘Heike monogatari’ vertalen?
“Ik wilde graag eens een ander soort klassieker vertalen. Het verhaal van Genji en Het hoofdkussenboek werden duizend jaar geleden geschreven door hofdames die vooral het vrouwelijke leven aan het keizerlijke hof beschrijven. Ze waren heel begaan met esthetiek, liefde, emoties en kunst. Ik vond het nu tijd voor een verhaal over mannen die gaan vechten. Ik kende de Heike monogatari wel en wist dat die beschouwd werd als een klassieker, maar niet waarom dat zo was. De bestaande Engelse vertalingen vond ik namelijk niet zo leuk om te lezen. Ik wilde zelf onderzoeken wat het boek zo bijzonder maakte en de enige manier om dat te doen was door het zelf te vertalen. In vergelijking met Genji heeft het verhaal niet zo’n grote psychologische diepgang, maar het vertelt over het reilen en zeilen van de politieke klassen. Het beschrijft wie wint en wie verliest, maar ook dat dat er uiteindelijk niet toe doet, want alles gaat voorbij. Dat is de boeddhistische les van het boek: de vergankelijkheid van de winnaars en de verliezers.”
Heeft het boek jou verrast?
“Absoluut, ik was erg onder de indruk van de literaire kwaliteit. Het gaat dan wel over samoeraistrijders die elkaar de keel proberen over te snijden, maar veel van die kerels blijken gevoelige hovelingen te zijn. Ze weten iets van dichtkunst en hebben oog voor de beroemde landschappen die ze op hun reizen passeren. Het verhaal zit dan ook vol lagen. Er is een laag van gruwel en wreedheid, maar ook een van gevoeligheid en verfijning. Zo bevat het verhaal veel toespelingen naar oudere Japanse en Chinese literatuur. Dat fascineert me altijd aan Japanse klassiekers: ze zijn geworteld in een lang verleden en de teksten zit altijd vol driedubbele bodems. Ook de taal in het boek is ontzettend veelzijdig: het bevat verschillende registers en levendige dialogen. Hoofse romances, geleerde preken, boeddhistische wonderverhalen, slapstickachtige episodes, dichterlijke reisverslagen, oeroude Chinese legenden en gepassioneerde smeekbrieven – het werk bevat ze allemaal; het is een waar compendium van archaïsche vertelstijlen; voor vertalers is er geen grotere uitdaging denkbaar.”
Wat heeft jou het meest geraakt in het boek?
“Het verhaal bestaat uit dertien boeken waarin honderden personages de revue passeren en bijna iedereen van de Taira-clan wordt vermoord of verbannen. In het laatste boek blijft er van die clan slechts één personage over, de voormalige keizerin en moeder van de dode keizer Antoku, een jongen nog. Ze is nog maar dertig jaar en heeft moeten zien hoe iedereen een trieste dood is gestorven. Aan het eind van het boek trekt ze zich als non terug in een afgelegen klooster en beschrijft ze het landschap waar ze doorheen trekt. De omgeving lijkt idyllisch: het is herfst en de natuur is op z’n mooist, maar de beschrijvingen getuigen van een enorme eenzaamheid en verdriet omdat ze alles moet achterlaten. Dat vond ik heel aangrijpend.”
Uit de catalogus bij de expo over de Japanse boekenschenking aan de KU Leuven (zie hierboven) leerde ik dat de Heike monogatari het eerste Japanse literaire werk was dat gedrukt werd in Japan - in Amakusa in 1592, in een aangepaste versie en getranscribeerd in Romeins schrift. Daarvoor waren er alleen handgeschreven exemplaren in omloop.
Ik heb het boek zelf nog niet gelezen, maar het staat zeker op mijn verlanglijstje!